Een vulapparaat deponeert jam in potten volgens een normale verdeling N(506,3). De grootte van glazen potten zelf is ook normaal verdeeld met N(512, 4).Zal u aub mij helpen met deze vraag.
- Hoe groot is de kans dat de jam bij het vullen niet in de glazen pot kan?
R.
9-5-2021
De inhoud van de pot noem ik Ipot met gemiddelde waarde $\mu$pot=512 en standaarddeviatie $\sigma$pot=4.
De hoeveelheid jam noem ik Ijam met gemiddelde waarde $\mu$jam=506 en standaarddeviatie $\sigma$jam=3.
Maak een nieuwe variabele V = Ipot-Ijam. Als V groter is dan nul, dan is de inhoud van de pot groter dan de hoeveelheid jam en past de jam in de pot. Als V kleiner is dan nul, dan is de inhoud van de pot kleiner dan de hoeveelheid jam en past de jam niet.
V is het verschil tussen twee normaal verdeelde variabelen Ipot en Ijam.. Dan is V ook weer normaal verdeeld met:
$\mu$V = $\mu$pot-$\mu$jam
$\sigma$V= √($\sigma$pot2+$\sigma$jam2)
(Let op het plus-teken bij de berekening van $\sigma$V!).
Dus:
$\mu$V = 512-506 = 6
$\sigma$V= √(42+32) = 5
De vraag is dan:
Gegeven de normaal verdeelde variabele V met N(6 , 5). Hoe groot is de kans op een waarneming kleiner of gelijk aan nul (zie onderstaande figuur)?
Ik kom op 11,5%. Jij ook?
GHvD
10-5-2021
#92154 - Statistiek - 3de graad ASO