1) (dy(t)/dt) + at2 + b = 0
2) x·(dx(t)/dt) + bt = 0
3) (dk/dt) + k = 3Luuk
18-2-2021
De eerste opgave kun je opnieuw schrijven als $\displaystyle dy/dt=-at^2-b$. Daar staat links de afgeleide van een functie en rechts een veeltermfunctie. Om de oorspronkelijke functie $y(t)$ te vinden kun je nu beide leden integreren. Je vindt dan $\displaystyle y(t)=-at^3/3-bt+c$.
De tweede opgave kun je schrijven als $\displaystyle x dx = - bt dt$. Kun je nu door integratie zelf $x(t)$ bepalen?
De derde opgave kun je schrijven als $\displaystyle \dfrac{dk/dt}{3-k}=1$.
Je kunt hier ook weer beide leden integreren:
$\displaystyle \int \dfrac{dk/dt}{3-k} dt = \int 1 dt$
Het vergelijking wordt dan:
$\displaystyle \int \dfrac{1}{3-k} dk = \int 1 dt$
Laat maar weten of het je lukt.
js2
18-2-2021
#91559 - Differentiaalvergelijking - Leerling bovenbouw havo-vwo