WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 29 maart 2024

Re: Varen in water: referentiepunt

Hartelijk dank,

in de formule die ik aangaf staat de x voor de constante snelheid die hij had in stromend water (=5,7km/uur). Ik had dat niet gelijkgesteld aan tijd (sorry), maar had uitgerekend: 4km/(2km/8,7km/u)+(2km/2,7km/u))=4,1km/u.
Mijn belangrijkste vraag is eigenlijk, moet je in de vraagstelling niet vermelden waar de snelheid naar refereert, naar het water of naar de oever. Je kan in de vraagstuk er toch niet zomaar van uitgaan dat dit tov het water is. Als iemand zegt dat een schip aan 5km/u vaart, dan ga je er zelfs automatisch van uit dat dit tov een vast punt op de aarde is (idem met vliegtuigen en alles wat beweegt).

Aline Van Garsse
15-10-2020

Antwoord

Dan nog klopt je formule niet want links in de vergelijking uit je eerste vraag staat nu snelheid en rechts ($42/60$) staat nog steeds tijd.

Wat die referentiepunten betreft: zeker, maar die staan impliciet in de vraag. Normaal gesproken betekent "twee kilometer stroomopwaarts" dan je twee kilometer langs de rivier meet in de richting tegen de stroom in, tussen twee punten op de oever twee kilometer uit elkaar dus.
Het eerste deel zegt dus: Karel roeit van $A$ naar $B$ en terug waarbij $A$ en $B$ twee kilometer uit elkaar liggen langs de oever.

Ten tweede: de vraag naar Karel's roeisnelheid in stilstaand water vertelt ons dat we de roeisnelheid kennelijk ten opzichte van een referentiepunt bekijken dat vast ligt ten opzichte van het water. Karel denk dat hij de hele tijd $x\,\mathrm{km/u}$ roeit, maar een toeschouwer in $A$ ziet stroomopwaarts $x-3$ en stroomafwaarts $x+3$ km/h.

kphart
15-10-2020


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#90695 - Algebra - 3de graad ASO