Sanne doet opeenvolgende willekeurige trekking met terugleggen uit een spel van 52 kaarten en houdt er mee op zodra hij een heer trekt.
- Wat is de kans dat dit bij de vijfde trekking gebeurt?
- Wat is de kans dat hij ten minste tien trekkingen moet doen?
anna
24-3-2020
Met terugleggen. Er geldt:
P(heer)=$\eqalign{\frac{1}{13}}$
P(geen heer)=$\eqalign{\frac{12}{13}}$
Vraag 1
Als je bij de vijfde trekking een heer trekt dan moet je bij de 1e t/m de 4e trekking geen heer trekken. De kans op eerst 4 keer 'geen heer' en dan een 'heer' is gelijk aan:
$
\eqalign{P(5e\,\,is\,\,een\,\,heer) = \left( {\frac{{12}}
{{13}}} \right)^{4} \cdot \frac{1}
{{13}}}
$
Vraag 2 zou nu geen probleem meer mogen zijn. Handig he?
- Je kunt de spelregels nog wel een keer lezen.
WvR
24-3-2020
#89406 - Kansrekenen - Student Hoger Onderwijs België