WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 20 april 2024

Re: Meerkeuze

Ik heb nog enekele meerkeuzevragen proberen op te lossen, ik ik voeg ze bij in een document.



Ik heb ze zelf proberen op te lossen, maar zou graag bevestiging hebben of mijn antwoord juist is alvast bedankt!

Vraag 4: mijn plan was om telkens de eigenwaarden te vermenigvuldigen met hun eigenvectoren en dit gelijk te stellen aan 0. Maar dit lukte niet, ik denk dat dit te maken heeft met dat eigenwaarde 3 en 4 gelijk zijn, maar ik weet niet hoe ik het dan moet oplossen.

Vraag 5: ik denk dat het antwoord D is, omdat volgens mij A,B,C niet kloppen.

Vraag 6: denk ik dat het antwoord C is

Lotte
5-6-2018

Antwoord

4.
De matrix is symmetrisch en dat impliceert dat eigenvectoren bij verschillende eigenvectoren onderling orthogonaal zijn. De eigenvectoren bij eigenwaarde $3$ moeten dus orthogonaal zijn met de eigenvectoren bij de eerste twee eigenwaarden.

5.
Dat is C, dat volgt regelrecht uit diverse stellingen over inverteerbaarheid.

6.
Het juiste antwoord is A; dat volgt uit een stelling over de restterm bij het benaderen van een functie door zijn linearisering.

kphart
5-6-2018


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#86387 - Differentiaalvergelijking - Student universiteit België