Om de begrippen discreet en continu te begrijpen moesten wij eerst verschillende "meters" bedenken die allerlei data genereren. Daarna moesten we benoemen wat voor data de meter genereert. Ik kwam als voorbeeld met het ov-chipkaart systeem. Daarin loggen we station A en station B en daar komt dan een prijs uit.
Volgens de leraar is dit continu data. Ik snap dat niet. De stations liggen vast, we hebben maar een X aantal stations. De tarieven liggen vast, ze verschillen alleen per abonnement, maar daar kennen we er maar een paar van. Het tarief per traject kan dus niet alle waardes aannemen.
Is dit nou continu en heeft de leraar gelijk? Zo ja, waar maak ik dan een denkfout? Of is het toch discreet?Victor
9-2-2018
Als je jouw argument doortrekt is elke metingsoort discreet: de meetapparatuur heeft maar eindige precisie en dus is het aantal uitkomsten eindig. Echter, als het aantal uitkomsten erg groot is en de verdeling erg fijn dan is het praktischer de meetschaal als een continue te beschouwen. Ik denk dat het in dit geval praktischer is toch maar te doen of het een continue schaal is.
Ik zou de leraar toch wel even vragen wat zijn reden is om de metingen als continu te beschouwen.
kphart
9-2-2018
#85684 - Statistiek - Leerling bovenbouw havo-vwo