WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 3 mei 2024

Re: Krachten berekenen

Bedankt voor de moeite, maar kan het nog steeds niet verder oplossen als u er de oplossing even erbij zet dan zou ik het heel fijn vinden. Alvast heel erg bedankt!

Emre Kurt
1-3-2016

Antwoord

Als het goed is, weet je:

sin 30° = 1/2
cos 30° = 1/2√3
sin 45° = 1/2√2
cos 45° = 1/2√2

De vergelijkingen worden dan:

1/2√3·F1 = 1/2√2·F2 (1)
1/2·F1 + 1/2√2·F2 = 8500 (2)

In vergelijking (1) kan je zien dat 1/2√2·F2 hetzelfde is als 1/2√3·F1. Dat kan je gebruiken in vergelijking (2):

1/2·F1 + 1/2√3·F1 = 8500

Dan F1 buiten haakjes halen:

F1(1/2 + 1/2√3) = 8500

Dus:

F1 = 8500/(1/2 + 1/2√3)

Nu je F1 weet, kan je dit in vergelijking (1) of (2) invullen, dan rolt F2 eruit.

Lukt het nu wel?

GHvD
1-3-2016


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#77749 - Anders - 2de graad ASO