Een voetbalwedstrijd wordt bijgewoond door 5000 bezoekers. Hoeveel personen kochten een tribunekaart van 10 euro als je weet dat de kassier 36 800 euro ontvangt en dat een staanplaats 7 euro kost?Cecile Bongongo
22-11-2015
Als er $x$ personen zijn die een tribunekaart kochten dan zijn er $5000-x$ personen met een staanplaats. Dan geldt:
$10·x+7·(5000-x)=36500$
Je kunt dan de vergelijking oplossen om de waarde van $x$ te berekenen:
$10·x+7·(5000-x)=36500$
$10·x+35000-7x=36500$
$3·x=1500$
$x=500$
Er waren dus 500 mensen met een tribunekaart.
Controle?
500·10+4500·7=36500
Klopt!
WvR
22-11-2015
#76922 - Vergelijkingen - 3de graad ASO