Hoi,
Ik heb problemen bij het oplossen van de onderstaande 2 oefeningen:
Geg: A(x)=(xn+1-1)·(xn-1)
B(x)=x3-x2-x+1
T.B: Voor elke n een element van de natuurlijke getallen zonder 0 is B(x) een deler van A(x)
Opl:
Ik ben begonnen met Bx) te ontbinden: B(x)=(x-1)(x-1)(x+1)
Moet A(x) ook verder ontbonden worden om daarna op een eigenschap als het verschil van 2 gelijknamige machten is altijd deelbaar door het verschil van de grondtallen te steunen? Hoe dan?
Geg: B(x)|A(x)
A(x)=ax3+bx2+cx+d
B(x)=x2+k
T.B: a·d=b·c
Opl: ?Leentje
23-5-2015
Constateer dat elke factor van A(x) het nulpunt x = 1 heeft en dus is elke factor deelbaar door x-1
Constateer daarna dat er steeds één factor het nulpunt x = -1 heeft (afhankelijk van n oneven of even) zodat er een factor deelbaar is door x+1
Begin met A(x) = (px+q)((x2+k), werk het uit en vergelijk de coëfficiënten links en rechts.
MBL
23-5-2015
#75666 - Lineaire algebra - Student Hoger Onderwijs België