WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op dinsdag 30 april 2024

Rekenen met complexe getallen

Beste,
Voor een huistaak wiskunde kreeg ik volgende opgave
: bepaal a en b

(a − 2b) − 5bi = (4 − b) + (2 − 2a)i
Ik kwam steeds vast te zitten na de eerste stap. Gezien ik de imaginaire termen niet te samen kan krijgen.
Kan iemand deze imaginaire termen te samen krijgen aub?

Dirk Vanhasselt
14-3-2015

Antwoord

Volgens mij is -5b gelijk aan 2-2a. Bedoel je dat? Samen met het feit dat a-2b gelijk moet zijn aan 4-b zou dat op te lossen moeten zijn?

Een stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden:

a-2b=4-b
-5b=2-2a

Probeer!

WvR
14-3-2015


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#75164 - Complexegetallen - 3de graad ASO