Los op:
(1 + √3 . i)3
Uitwerking:
= 1 + 3 √3 . i + 9 . i2 + (√3)3 . i3
Mijn vraag:
Dit zou moeten gelijk zijn aan -8 ? Hoe werk je deze oefening verder uit?Sebastien
14-9-2014
i2=-1 en i3=-i, dus
= 1 + 3√3·i - 9 - 3√3·i
= 1 - 9
= -8
WvR
14-9-2014
#73875 - Complexegetallen - 3de graad ASO