Beste,
ik heb een vraag in verband met het bepalen van het functie voorschrift gegeven de volgende lineaire afbeelding.
Zij f:R3 \toR4 een lineaire afbeelding waarvoor geldt dat f(2,-1,1)=(3,-1,2,-1) , f(2,-1,2)=(1,0,4,2) en f(-1,1,-1)=(2,3,-1,1) . bepaal het functievoorschrift van f.
Dank bij voorbaat!Sofie
16-4-2014
Stel f(x,y,z)=(a1·x+b1·y+c1·z,a2·x+b2·y+c2·z,a3·x+b3·y+c3·z,a4·x+b4·y+c4·z).
Om a1,b1 en c1 te bepalen heb je het volgende stelsel:
2a1-b1+c1=3
2a1-b1+2c1=1
-a1+b1-c1=2
Oplossen van dit stelsel levert je a1, b1 en c1.
Op soortgelijke manier kun je nog drie andere stelsels oplossen.
hk
16-4-2014
#72714 - Lineaire algebra - Student universiteit België