WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op dinsdag 30 april 2024

Logaritmische vergelijkingen

Hallo,

Bij volgende 3 oefeningen zit ik vast in mijn berekeningen, wie kan mij helpen?
  1. logx(2) + log2x(16) = 11/6
  2. log5x(x) + 21/4 log25(x) = 0,5
  3. x + log2(2x - 7) = 3
Iets net na de log staat voor mijn grondtal, dus bij bv. de eerste oefening is mijn grondtal x en 2x

Alvast bedankt!

Alexander
6-1-2014

Antwoord

  1. Schrijf de logaritmen als log(2)/log(x) resp. log(16)/log(2x) en neem nu het grondtal 2. Als 2log(x) = p wordt genoemd, dan krijg je 1/p + 4/(p+1) = 11/6 wat leidt tot p=2 of p = -3/11 waarna x volgt.
  2. Min of meer idem maar nu grondtal 5 kiezen.
  3. Schrijf x als 2log(2x)

MBL
6-1-2014


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#71863 - Logaritmen - Student Hoger Onderwijs België