Beste,
Ik heb een probleem met wiskunde.ik weet niet hoe ik oplossen van vergelijkingen moet oplossen.
Hier heb ik een vraag van uit mijn boek kan je me eens uitleggen hoe ik deze oefeningen kan doen aub?
vragen: x-2/3=1/2x+2/3, 2/3x+4=1/2x+7/2, -9/2x-4/3=1/2x-2, 14x-(9x-7)=62, 5.(x+4)-3.(x-2)=32
kunt jullie me zo snel mogelijk antwoorden aub
MVG FlorisFloris Van Baeveghem
2-6-2013
1) x - 2/3 = 1/2x + 2/3
X-en naar links, getallen naar rechts levert op 1/2x = 4/3 dus x = 8/3
2) 5(x+4) - 3(x-2) = 32
Haakjes uitwerken geeft 5x + 20 - 3x + 6 = 32 ofwel 2x + 26 = 32 ofwel 2x = 6 dus x = 3
3) Hopelijk was het nog snel genoeg!
4) We zijn geen huiswerkinstituut waar je een rijtje sommen naar kunt opsturen. Lees even de spelregeltjes!
5) Probeer de andere opgaven zelf even en stel rustig vragen als het vastloopt! OK?
MBL
2-6-2013
#70405 - Vergelijkingen - 1ste graad ASO-TSO-BSO