WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 28 maart 2024

Rijen en reeksen berekenen

Ik vraag mij af hoe je de volgende sommen moet berekenen

De som van (3j-2) met j=20 tot 50.

De som van (3i3+5) met i=2 tot 4.

De som van (1/3)^(k-3) met k=5 tot oneindig.

Ik snap het concept niet helemaal in combinatie met de formules die je hiervoor kunt gebruiken. Meestal komt j=1 voor, maar als j bijvoorbeeld 20 is, kom ik er niet uit. Zou u deze sommen voor mij willen uitwerken?

Alvast bedankt!

Student
15-11-2012

Antwoord

1) (3*20-2) + (3*21-2) + (3*22-2) + ........ + (3*50-2) = 58 + 61 + 64 + ......... + 148

2) (3*2^3 + 5 ) + (3*3^3 + 5) + (3*4^3 + 5) = 29 + 86 + 197 =

3) (1/3)^2 + (1/3)^3 + (1/3)^4 + 1/3)^5 + ............

Alleen nummer 3 vergt wellicht nog wat toelichting. Gebruik de formules voor de som van meetkundige rijen.

MBL
15-11-2012


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#68984 - Rijen en reeksen - Student universiteit