Hoe groot is de kans om bij een trekking van 5 kaarten uit een kaartspel van 52,
a) meer dan 1 harten te trekken
b) ten minste 1 schoppen of klaveren te trekken
Ik heb voor deel a al de volgende oplossingswijze bedacht:
P(1 harten) = 1-(P(1 harten)+P(Geen harten))
P(0H) = 39/52*38/51*37/50*36/49*35/48
P(1H) = ??? 39/52*38/51*37/50*36/49*13/48 ???
Vraag b zou snel op te lossen zijn als ik vraag a zou kunnen.
Help aub
(is als oefening voor examen)Van Butsele Gunther
16-1-2003
In je tweede aanpak kies je de hartenkaart als laatste. Maar dat hoeft niet! De breuk 13/48 kan dus op 5 verschillende plaatsen staan, hetgeen erop neerkomt dat je nog met 5 hebt te vermenigvuldigen.
MBL
16-1-2003
#6698 - Kansrekenen - Student Hoger Onderwijs België