Ik heb een stelling gezien dat als t de oplossing is van de karakteristieke veelterm L(t)=0 van een lineaire DV met constante coëfficienten met multipliciteit k de functies {xjetx:j=0,1,2,...,k-1} oplossingen vormen voor de homogene lineaire vgl L(D)f=0.
Zo kan je dus bv een oplossingenverzameling krijgen van de vorm c1e^(2x)+c2xe^(2x)+c3x2e^(2x) en in de oefeningensessies hebben we dit meestal zo gedaan.
Maar is er een fundamentele reden om dit in deze basis te schrijven in plaats van c1e^(2x)+c2x+c3x2? Dat lijkt er toch simpeler uit te zien en worden de berekeningen van bv de Wronskiaan dan ook niet eenvoudiger?wouter
29-12-2011
De fundamentele reden is dat de eerste vorm wel oplossingen van de DV geeft en jouw alternatieve vorm niet.
kphart
29-12-2011
#66470 - Differentiaalvergelijking - Student universiteit België