WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 29 maart 2024

Re: Schuldomzetting

hi bedankt voor je hulp maar ik denk dat ik toch iets verkeerd doe moet ik zeggen 145·(1,02)-1 +825 oftewel
145·0,82034830 + 825 = 963,95
en g= )1,02)-19 =0,68643076
en dan g = 963,95/0,68643076 ok ik zie wel dat het niet klopt maar ik snap niet hoe het anders moet
en nogmaals bedankt

steve
8-12-2011

Antwoord

Begrijp je het som-teken in mijn antwoord niet?

Je berekent g als volgt:
(825 + 145 + 145·1.02-1 + 145·1.02-2 + ... + 145·1.02-10) =
g · (1.02-4 + 1.02-5 + ... + 1.02-23).

hr
8-12-2011


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#66332 - Wiskunde en economie - Student hbo