WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 26 april 2024

Schuldomzetting

hi wisfaq kunnen jullie me helpen/vertellen wat ik fout doe
een financieringsmij heeft van een wanbetaler per 1 maart
11984 te vorderen 825 wegens achterstallige termijnen inclusief bijgeboekte interest en nog 11 maandelijkse betalingen waarvan de eerste eveneens nog op 1 maart 1984 vervalt .deze termijnen bedragen 145 de interest vergoeding bedraagt 2 % per maand overeengekomen wordt de schuld om te zetten in 20 maandelijkse betaling en van g voor het eerst op 1 juli 1984
bereken g

mijn oplossing A3$\neg$2 · 825 = 777,415,89
A3$\neg$2 · 145 = 136,636,73
A10$\neg$2 · 145 = 1302,4748
-----------
totaal 2216,52
2216,52 = 20g $\Rightarrow$ g = 110 maar het boek zegt g = 147
bedankt


steve
7-12-2011

Antwoord

Hallo, Steve.

Op elk moment is de schuldrest gelijk aan de som der contante waarden van de betalingen die nog moeten gebeuren.
We nemen het moment 1 maart 1984, want dat is hier het gemakkelijkste. Dus we maken alle betalingen contant naar dit moment.

Volgt men de oude betalingsregeling dan is de schuldrest op dat moment dus blijkbaar gelijk aan:
825 + åi=0 t/m i=10 145·(1.02)-i.
Hier is 825 de som van de contante waarden van de betalingen die in het verleden niet zijn verricht. Door contant te maken verreken je meteen de bijgeboekte interest.
Bereken op deze manier deze schuldrest op 1 maart 1984.

Nu is anderzijds dezelfde schuldrest gelijk aan g*(åi=4 t/m i=23(1.02)-i), want volgens de nieuwe betalingsregeling gebeurt de betaling g op tijdstippen 4,5,..., 23 maanden na nu.
Zo kun je dus g berekenen.

hr
8-12-2011


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#66330 - Wiskunde en economie - Student hbo