geacht,
zou u mij kunnen helpen?
1)In een klaslokaal staan grote tafels. Als er aan elke tafel 7 leerlingen gaan zitten, dan blijven er 4 plaatsen over. Hoeveel lln en hoeveel tafels zijn er?
Een getal bestaat uit 3 cijfers. de som van de cijfers is 16. Als we de cijfers van de tientallen en de eenheden verwisselen, dan wordt het getal 36 eenheden groter. Als we de cijfers van de hondertallen en van de eenheden verwisselen, dan wordt het getal 99 eenheden groter. bereken dat getal.
ik vind 3 vgl maar kom verkeerd antw, kan je misschin de 3 vgl geven aub?
alvast bedanktmatthias
20-9-2011
1)
Is dit wel de hele opgave?
Want het antwoord is niet bepaald:
Stel er is 1 tafel dan zijn er 3 leerlingen
Stel er zijn twee tagels, dan zijn er 10 leerlingen
Dus er zijn k tafels en 7k-4 leerlingen. Verder kom ik niet.
2)
Kunnen we het niet omdraaien?
Jij geeft jouw vergelijkingen en ik kijk wat er aan schort.
hk
20-9-2011
#65749 - Vergelijkingen - 3de graad ASO