WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 25 april 2024

Moeilijke vraag

Zit met twee vragen waar ik problemen heb.
1) In een doos zitten 4 lampen van 40 Watt, 5 lampen van 60 Watt en 6 lampen van 100Watt. We nemen willekeurig lampen uit de doos, één voor één. Bereken de kans dat er minstens twee lampen moeten genomen worden vooraleer we een lamp van 100 Watt hebben.Ik dacht dan zijn de eerste 2 geen 100Watt en had 4/15.3/14+5/15.4/14+4/15.5/14+5/15.4/14=72/210
Maar het resultaat moet 0,6 zijn?
2) P(AÈB) = P(A)+P(B)-P(AÇB) wat wordt dit bij 3 gebeurtenissen? P(AÈBÈC)?

Vanneste Diana
10-2-2011

Antwoord

Bij vraag 1)
Je gaat uit van de gedachte dat de eerste twee lampen geen 100-Watt lampen mogen zijn. Maar als bijv. de eerste vijf lampen geen 100-Watt lampen zijn, dan heb je er toch ook al minstens twee uit de doos gehaald?
Probeer het eens via de complementaire aanpak.

Bij vraag 2)
P(AÈBÈC) =
P(A)+P(B)+P(C)-P(AÇB) - P(AÇC)-P(BÇC) + P(AÇBÇC)

MBL
10-2-2011


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#64276 - Kansrekenen - 3de graad ASO