Een fietsenhandelaar gaat naar de groothandel om fietsen, brommers en kinderzitjes in te slaan.
Hij moet dan rekening houden met de winst per artikel die hij kan maken, zijn beschikbare opslagruimte en het bedrag dat hij uit kan geven.
Hij wil zodanige aantallen van elk artikel kopen dat zijn winst maximaal is.
De gegevens van de drie artikelen zijn als volgt:inkoop | opslag mē | winst per stuk Hij besluit hoogstens 100 fietsen en hoogstens 50 kinderzitjes te kopen. Hij beschikt over maximaal 101 m2 opslagruimte en over maximaal 93.000,= om de artikelen aan te schaffen.Hoeveel moet hij van elk van deze artikelen aanschaffen?
fietsen 300 0,5 100
brommers 1200 1,0 300
kinderzetjes 36 0,1 20
Dit probleem moet zonder excel of andere software opgelost worden, dus gewoon met de hand en grafiekpapier.
Het opstellen van de randvoorwaarde gaat fout, omdat ik niet weet wat ik met die derde variabele aan moet? Ik ben gewend om LP's met twee variabele op te lossen.
Graag u hulp bij deze opgave
Dennis Wirtz
23-10-2010
x fietsen, y brommers en z kinderzitjes
x= 100 en z= 50
300x + 1200y + 36z = 93.000
0,5x + 1y + 0,1z = 101
Winstfunctie W=100x+300y+20z
LP problemen als deze kunnen ook algebraisch worden opgelost. Dat zal ook wel de bedoeling zijn want driedimensionaal tekenen is niet te doen. Ik vermoed dat je daarbij de "simplex" methode moet gebruiken.
met vriendelijke groet
JaDeX
jadex
23-10-2010
#63336 - Lineair programmeren - Student hbo