-6 x 3 -5 x 2 - 3 = -48
-6 x 3 = -18 ....
Waar zet ik de haakjes zodat de som op -48 uitkomt?
En hoe analyseer je dat?
Welk inzicht heb je dan voor nodig?Humphrey
20-11-2009
Het antwoord is: -6 · (3 -5 · (2 - 3))
Wat ik doe? Zoiets als: -48 is deelbaar door 6 (die hebben we al!) en 8. Dus als ik van het tweede stuk 8 kan maken ben ik er uit:
3 - 5 · 2 - 3 moet 8 worden. 3 en 5 heb ik al... als ik van die -5 nu 5 kan maken... ah!
3 - 5 · (2 - 3) = 8
Missie volbracht... zoiets...
WvR
20-11-2009
#60809 - Rekenen - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo