WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op maandag 29 april 2024

Lineaire afbeeldingen en matrices

Een draaiing in de R3 is een lineaire afbeelding waarbij, als x een vector is, y=f(x) na e draaiing. de afbeelding f(x) heeft een matrix D(a,a).

Ik weet dat hierbij a de vector van de as voorstelt en a de hoek is waarover gedraait wordt, vanuit de oorsprong gezien in de richring van a.

De vraag is hoe ik dan de natrix D(e1, 30°) kan bepalen.

Geert
4-6-2009

Antwoord

dag Geert,

In de eerste kolom van de matrix staat het beeld van de eerste basisvector, dus van e1.
Maar: die blijft op zijn plek!
De eerste kolom van de draai-matrix is dus


In de tweede kolom staat het beeld van e2.
Deze kun je berekenen met behulp van een tweedimensionaal plaatje.
Beetje lastig welke oriėntatie je moet nemen (vanuit de oorsprong gezien in de richting van a), maar ik denk dat het zo moet:
Applet werkt niet meer.
Download het bestand.

(de letter b is van beeld, dus b2 is het beeld van e2)
Dus de tweede kolom wordt:


Begrijp je dat minteken?
Kun je nu zelf kolom 3 bedenken?
succes,

Anneke
5-6-2009


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#59538 - Lineaire algebra - Leerling bovenbouw havo-vwo