WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op woensdag 1 mei 2024

Een cilindervormige waterput

Een cilindervormige waterput heeft een inhoud van 500 liter
  1. toon aan dat de zijdelingse oppervlakte ( uitgedrukt in m2) gelijk is aan het omgekeerde van de straal van het grondvlak van de put

  2. tussen welke grenzen varieert de hoogte (in m ) van de put als de zijdelingse oppervlakte minstens 2,6 m2 en hoogstens 3,6m2 bedraagt?

wim
27-11-2002

Antwoord

Hoi,

Voor een cilinder met hoogte h en een cirkelvormig grondvlak met straal r hebben we:

V=$\pi$r2h (volume)
S=2$\pi$r.h (zijdelingse wandoppervlakte - dus zonder grondvlak)

1. Je weet dat h=V/$\pi$r2 zodat S=2$\pi$r.V/$\pi$r2=2V/r.

Wanneer we S in m2 en r in m uitdrukken dan moeten we V in m3 uitdrukken om omrekeningsfactoren te vermijden: V = 500 l = 500 dm3=0,5 m3.
We hebben dus in dit geval: S=2.0,5/r=1/r.

2. S ligt tussen 2,6 en 3,6. Met S=1/r hebben we dus: 2,6$\leq$1/r$\leq$3,6

We vonden al dat h=V/$\pi$r2.

(2,6)2$\leq$1/r2$\leq$(3,6)2
0,5.(2,6)2/$\pi\leq$V/$\pi$r2$\leq$0,5.(3,6)2/$\pi$
en dus:
0,5.(2,6)2/$\pi\leq$h$\leq$0,5.(3,6)2/$\pi$

Je kan benaderen:
1,08$\leq$h$\leq$2,06 (h in m uiteraard)

Groetjes,
Johan

andros
27-11-2002


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#5607 - Functies en grafieken - 2de graad ASO