Een klas heeft 36 kinderen, waarbij 1/4 meisjes. Op hoeveel manieren kan je een afvaardiging van vier kinderen kiezen voor de leerlingenraad zodanig dat ook in vertegenwoordiging van deze klas in de leerlingenraad 1/4 meisjes aanwezig is?
Ik denk dat we eerst de klas moeten onderverdelen in de 9 meisjes en de 27 jongens. Om vier kinderen te vertegenwoordigen, moeten er dus 3 jongens en 1 meisje gekozen worden. Om het meisje te kiezen, zijn er 9 mogelijkheden. Om 3 jongens te kiezen uit 27 jongens, nemen we een combinatie van 3 uit 27.
De uitkomst zou dan 9·(27!/(24!·3!) moeten zijn.
Dit komt echter niet overeen met de gegeven uitkomst.
Kan iemand de fout in bovenstaande redenering aanduiden aub?
Dank bij voorbaat!Brent
1-6-2008
Dag Brent,
Je redenering is O.K.
Wat zou het antwoord dan moeten zijn?
Ik kom op 26325 manieren.
Lieke.
ldr
1-6-2008
#55824 - Statistiek - 3de graad ASO