WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op woensdag 1 mei 2024

Hippocrates

Ik heb een plaatje op deze site
Ik moet dan bewijzen dat A1-A2=A3

Ik heb al het volgende
A3=1/2·BC·AC
BA=Ö(BC2+AC2)
De halve cirkel met diameter AB:
1/2·(1/2·BA)2·p--1/8·BA2·p--1/8·Ö(BC2+AC2p

Ik kan niet op de oppervlakte van A2 komen en ik weet ook niet hoe ik A1 krijg.

Graag zou ik jullie hulp willen, alvast bedankt

J.Peemen
17-5-2008

Antwoord

De wortel moet weg uit de laatste uitdrukking: AB2=AC2+BC2.
Verder: 1/8pAB2=A1+wit_links+wit_rechts.
Je kunt de halve cirkelschijven op AC en op BC beide in drie stukjes verdelen: een wit, geel en blauw. Met behulp van AB2=AC2+BC2 kun je dan op A1=a2+A3 uitkomen.

kphart
18-5-2008


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#55591 - Vlakkemeetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo