Goedemiddag,
Vraag 1:
Een vulmachine vult potten met jam. De vulgewichten zijn normaal verdeeld met een gemiddelde van 400 gram en een standaarddeviatie van 10 gram.
Hoeveel procent van alle gevulde potten zal een gewicht bevatten van minder dan 385 gram?
Vraag 2:
In een steekproef van 500 waarnemingen bleken 400 man merk A niet te kennen. Hoe groot ligt dit percentage landelijk met 68,26% waarschijnlijkheid?
Vraag 3:
Een werknemer komt vaak te laat. Dit wordt gemiddeld 4 op de 10 keer veroorzaakt door een geopende brug. In een bepaalde maand is de werknemer 10 keer te laat gekomen.
Hoe groot is de kans dat de brug vier keer open was??
Kunnen jullie mij bij deze vragen op gang helpen. Ben er al een tijdje mee bezig, maar weet niet hoe ik moet beginnen.
Alvast bedankt.
Groetjes Natascha.
Natascha
1-1-2008
Aangenomen dat je met een GR werkt en dan ook nog aangenomen dat het de TI83 (of een opvolger) krijg je bij je eerste vraag:
NormalCdf(-10^99,385,400,10) = 0,0668 d.w.z. een kleine 7 % voldoet aan je vraag.
Bij vraag 3: De kans op 'succes' (d.w.z. de brug staat open) = 0,4.
Het beschreven verhaal valt in de categorie 'Binomiale verdelingen'.
Alweer via de GR krijg je dan BinomCdf10,0.4,4) = 0,6331, dus zo'n 63 procent.
MBL
MBL
18-1-2008
#53649 - Statistiek - Student hbo