WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Re: Kansberekening

Hey
Dan heb ik het volgende
P(k=3)= (30) *(3/30)3 * (27/30)27 = 0,2361
3

Klopt dit een beetje?
Nu moet je de cummulatieve kans opzoeken zeker? Maar men tabel gaat maar tot 20??

Grtz Mario

Mario
23-8-2007

Antwoord

Nee, dat gaat zo niet helemaal goed. Kijk nu eens even welk essentieel gegeven je niet gebruikt hebt!!
De dag van de toets ligt uiteraard vast.
De formule voor een binomiale kans is: P(k) = (n boven k)·pk·qn-k.
Die p is de succeskans = de kans dat een willekeurig persoon op de examendag verjaart = 1/365. q is de kans op een mislukking = 364/365.
k = het aantal successen = 3 (heb je ook).
De kans op 3 jarigen op de vastgestelde toetsdag is nu:
P(K=3) = (30 boven 3)·(1/365)3·(364/365)27=....

Met vriendelijke groet
JaDeX

jadex
23-8-2007


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#51857 - Kansverdelingen - Student Hoger Onderwijs België