Stel dat het gewicht van broden Xb normaal verdeeld is met gemiddelde 900g en standaardafwijking 50g, en gewicht van sandwichen Xs met gemiddelde 50g en standaardafwijking 5g.
Je koopt 4 broden en 16 sandwichen: wat is de nieuwe standaardafwijking?
Ofwel voor 4 broden is Var(4X)=2.Var(Xb) en voor de 16 sandwichen is Var(16s)=4.Var(Xs), dus voor de som:
Var(Som)=2.Var(Xb)+4Var(Xs).
Tweede mogelijkheid: je neemt als nieuwe stochastische variabele T=4Xb+16Xs, dan is de Var(T)=16Var(Xb)+256(Xs).
Telkens de vierkantswortel uit de Variantie geeft natuurlijk de standaardafwijking. Welke van de twee denkwijzen is de juiste?Bernarda Hannosset
22-6-2007
Bij onafhankelijkheid mag je in dit geval de afzonderlijke verwachtingswaarden en de varianties optellen:
Verwachtingswaarde Esom = 900 +.... + 900 + 50 + ...... +50 = 4400
Variantie Varsom = 2500 + .... + 2500 + 25 + .... + 25 = 4·2500 + 16·25 = 10400
Zo moet dat dus.
Met vriendelijke groet
JaDeX
jadex
25-6-2007
#51444 - Statistiek - 3de graad ASO