Ik zit al de hele avond te zoeken naar de bewerking om aan deze oefening te beginnen ik heb wel de formule van de binomiale verdeling maar ik heb geen flauw idee hoe ik deze moet toepassen op de oefening.. Dit is de oefening:
Stel dat Stel dat X een binomiaal verdeelde toevalsvariabele is. Bepaal dan:
P(X=2) n=8, p =0.20
F(X=7)= P(X=7) n=13,p =1/3
F(X=2)=P(X=2) n=5, p=0.60
Eline
28-1-2007
Ik neem aan dat je met een grafische rekenmachine werkt.
Dan is P(X2| N = 8; P = 0,20) = 1 - P(X1) = 1 - BinomCdf(8,0.2,1)
en dat laatste stukje is dan uiteraard de machinetaal die tegenwoordig onvermijdbaar lijkt te zijn.
Wat je met de twee overige vragen wilt, ontgaat me. Enerszijds schrijf je P(X=7) en anderszijds P(X7), maar daar is natuurlijk wel verschil tussen.
Als je zou willen hebben P(X=7), dan neem je op de machine de optie BinomPdf(13,1/3,7).
Als je nog met tabellen werkt, dan is de opzoekmethode in wezen hetzelfde, maar we horen het wel als je er niet uitkomt.
MBL
MBL
28-1-2007
#48875 - Kansverdelingen - Student universiteit België