Ik heb twee aan elkaar gerelateerde kansdichtheidsfuncties.
De éne voor een stochast T[1], 0 T[1] 1/a[1]:
f[1]= (c[0]*a[1]+a[0]*c[1])/a[0]*(1-a[1]*t)^((c[0]*a[1]+a[0]*c1-a[1]*a[0])/a[1]/a[0])
waarbij de cijfers tussen vierkante haakjes moeten gelezen worden als subscripts.
De ander voor een stochast T[0], 0 T[0] 1/a[0]:
f[0] = (c[0]*a[1]+a[0]*c[1])/a[1]*(1-a[0]*t)^((c[0]*a[1]+a[0]*c1-a[1]*a[0])/a[1]/a[0])
Nu kun je met
b=(c[0]*a[1]+a[0]*c1-a[1]*a[0])/(a[1]*a[0])
De twee functies ook als volgt schrijven:
f[1] = a[1]*(b+[1])*(1-a[1]*t)^b
en
f[0] = a[0]*(b+[1])*(1-a[0]*t)^b
Het lijkt er dus op dat er maar drie onafhankelijke parameters zijn. Je zou dan in plaats van c[0] en c[1] bv. c kunnen gebruiken. Is dat de enige oplossing voor drie parameters en zo ja waarom?Ad van der Ven
27-11-2006
Ad,
Als de gegeven parameters onafhankelijk zijn,verandert het aantal door de introductie van b natuurlijk niet want b is een functie van deze parameters,.
kn
27-11-2006
#47818 - Kansverdelingen - Docent