WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 19 april 2024

Extreme spreiding

Bij het berekenen van een steekproefgrootte voor binomiale verdeling met de standaard formule is mij opgevallen dat bij een kleine spreiding de steekproefomvang ook enorm afneemt. Als bijvoorbeeld het aantal positieve responders (bij onderzoek naar medicijnen) maar 2 % geeft de formule een zeer kleine steekproef aan.

n = (Z^2alpha(2)*p*q) / e2

Dit klopt volgens mij niet omdat een spreiding van 2 % zeer moeilijk vast te stellen is, dus zou de steekproef juist veel groter moeten zijn. Welke formule moet je nemen om hiervoor te corrigeren?

Herbert
2-6-2005

Antwoord

Uiteraard moet die steekproef ook veel groter worden. Kijk, wanneer je een vaste afwijking van 1% kiest zal de formule bij 2% positieve respondenten inderdaad een kleinere waarde opleveren dan bij 30% positieve resondenten. Maar er speelt nog iets anders mee. Een fout van 1% op 30% is nog wel acceptabel. Een absolute fout van 1% op een waarde van 2% (relatief zeer grote afwijking) is dat zeker niet meer. Dat betekent dat je bij een aantal positieve respondenten rond de 2% moet gaan rekenen met (absolute) foutmarges van iets van 0,1% en dat levert (in vergelijking met 1%) dan wel een grotere benodigde steekproef op.

Met vriendelijke groet
JaDeX

jadex
3-6-2005


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#38886 - Steekproeven - Student hbo