WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op dinsdag 30 april 2024

Euclidische deling

bepaal m opdat bij de volgende euclidische delingen de resten gelijk zouden zijn.
A1(x)=x2-mx+5 D1(x)=x+2
a2(x)=mx2+3x+4 D2(x)= x-2

belleke
24-4-2005

Antwoord

In je theorie staat de stelling dat de rest van de deling van een veelterm A(x) door een deler van de vorm (x-a) gegeven wordt door A(a). Bepaal dus beide resten uit de opgave en stel ze aan elkaar gelijk. Los op naar m. Lukt het zo?

cl
24-4-2005


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#37199 - Algebra - 2de graad ASO