Ik had het inderdaad over de oppervlakte. Maar gaat "Als 2 krommen, f(x) en g(x) een vlak deel insluiten, dan is de oppervlakte ervan precies gelijk aan het vlak deel ingesloten door de functie f(x)-g(x) en de x-as." ook op als de parabool zijn top heeft onder de x-as? Dat is hier het geval namelijk. Het spijt me dat ik 't moet zeggen maar het is og niet echt duidelijk, heeft u misschien een voorbeeld uitwerking? Dat zou echt super zijn.
Maar sowieso bedankt voor deze uitleg!
Groeten RobertRobert
1-2-2005
Beste Robert,
Dat kan ik zeker, misschien is het handig als ik het met jouw voorbeeld doe :)
f(x) = x2-4x+3
g(x) = x-3
h(x) = f(x)-g(x) = x2-4x+3-(x-3) = x2-5x
Het wordt vast duidelijk met een plaatje:
f(x): blauw
g(x): rood
h(x): groen
Nu zie je dat de x-coördinaten van de snijpunten van f(x) en g(x) (0 en 5 is dat) overeenkomen met de snijpunten van h(x) met de x-as.
De eigenschap die ik aanhaalde zegt nu dus dat de oppervlakte tussen rood en blauw gelijk is aan de oppervlakte ingesloten door de x-as en groen.
Nu kan je dus gewoon de integraal van h(x) berekenen, met als grenzen 0 en 5. Je zal wel het teken moeten omkeren omdat de oppervlakte onder de x-as ligt.
Je krijgt dus de volgende integraal:
Als je die uitwerkt vind je als oppervlakte: 125/6.
Reken dat zelf maar na
mvg,
Tom
td
1-2-2005
#33549 - Integreren - Leerling bovenbouw havo-vwo