WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 23 november 2024

Hoe word ik de differentietechniek meester

In mijn boek zijn word de techniek gepresenteerd dat je met 1 algemene functie de primitieve van alle differentiaal vergelijkingen kan verkrijgen, maar mij lukt dat niet. De algemene oplossing is Y(t)=A·ect en de diferentiaalvergelijking is dy/dt=c·y

Nu probeer ik om 2 sommen op te lossen maar ik krijg dat niet voor elkaar dit zijn de sommen

dy/dt=4·y met het gegeven dat y(1)=e2

dy/dt=1.5·y met het gegeven dat y(3)=50

Kunnen deze sommen heel goed en handig worden opgelost met de algemene formule die helemaal bovenaan staat Y(t)=A·ect of is er een handigere methode, ik hoop snel antwoord te krijgen alvast bedankt.

Gijs

Gijs
28-1-2005

Antwoord

Y(t)=a·ect dan Y'(t)=a·cect dus Y'=c·Y

Wanneer je dat nu weet kun je ook wel andersom redeneren:
Y'=4·Y moet dus een oplossing hebben van de vorm Y(t) = a·e4t
Nu gebruik je Y(1)=e2 om die a te berekenen. Ik denk dat daar 1/e2 uitkomt.

Met vriendelijke groet
JaDeX

jadex
29-1-2005


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#33393 - Differentiaalvergelijking - Leerling bovenbouw havo-vwo