WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 25 april 2024

Oefening ivm rijen

gegeven de rij {Un}nÎN met Un = Ö(2+Ö(2)+Ö(2)....+Ö(2) (n wortelvormen)
a) bewijs dat de rij convergeert
b) bewijs dat Un2=2+(Un-1)
c) leid uit b) het reëele getal L= lim (n®+¥) Un af
ik begrijp helemaal niet hoe ik hier moet aan beginnen, kunnen jullie mij soms helpen?

mindy
2-1-2005

Antwoord

a) De rij is stijgend (triviaal). Bewijs nu dat voor alle n geldt Un 2 (gaat met volledige inductie). Het gevolg hiervan is dat de rij moet convergeren.
b) Un=Ö(2+Un-1) Þ Un2=2+Un-1
c) Noem de waarde waarnaar de rij convergeert a dan geldt Ö(2+a) = a dan 2+a=a2 en dus a=2

Zelf nog even waterdicht maken en netjes opschrijven.

Met vriendelijke groet
JaDeX

jadex
2-1-2005


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#31944 - Rijen en reeksen - Student universiteit België