Ik ben nu zo ver dat ik de via de door u gegeven aanwijzingen A0 (3385,085),A1(132,769) en A2(-78,014) heb bepaald. Maar in de laatste van de vier vergelijkingen komt het niet uit (andere drie wel). Wijst dit in de richting van kleinste kwadraten formule?? Kunt u mij weer op weg helpen, loop nu vast.franciska
31-12-2004
De waarden die ik vond zijn iets anders dan de jouwe, namelijk 3367,69 en 132,08 en -77,55.
Dan klopt de vierde vergelijking overigens ook niet perfect, maar als je deze waarden invult, kom je aardig in de buurt van het getal dat het zou moeten zijn.
De conclusie kan slechts zijn dat er geen drietal getallen bestaat dat aan alle vier vergelijkingen voldoet.
Wellicht moeten de getallen die je gebruikt, worden vervangen door iets preciezere exemplaren. Ik heb het idee dat het in feite over breuken gaat die allemaal afgerond zijn. De decimalen 0,111 bijvoorbeeld doen denken aan 1/9.
Misschien dat daarmee het verschil met de vierde vergelijking wordt opgeheven.
Een link met de kleinste kwadraten methode zie ik niet.
MBL
7-1-2005
#31880 - Differentiaalvergelijking - Student hbo