WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 28 maart 2024

Onnauwkeurigheidsmarge

Hallo,
Ik ben bezig met een lezersonderzoek: ik stuur hiervoor een schriftelijke enquete (directmail) naar een steekproef van 3.000 uit de gehele populatie van 20.000 mensen. Nu weet ik dat je zelf moet bepalen welke betrouwbaarheid je kiest en welke onnauwkeurigheidsmarge, maar waar moet je die keuze eigenlijk op baseren? Het maakt wel 700 proefpersonen verschil of je 3% of 5% neemt...
Wanneer kies je voor wat?

Minke Visser
29-9-2004

Antwoord

Hallo, Minke.
Het is een afweging.
Je wilt bijvoorbeeld weten hoeveel procent van de lezers een bepaald boek "erg goed" vindt, en je stelt op basis van een steekproef met zoveel mogelijk deelnemers een 90-% betrouwbaarheidsinterval op: stel dat er komt (65,75), dus 70±5.
Dit wil zeggen dat, als je heel vaak een steekproef met zoveel respondenten uit de doelgroep zou trekken, het gezochte percentage in 90 % van de gevallen in het te construeren betrouwbaarheidsinterval met lengte 10 en onnauwkeurigheidsmarge 5 zou liggen.
Als je nu een grotere betrouwbaarheid wil, dan wordt de onnauwkeurigheidsmarge ook groter.
Doorgaans kiest men voor een betrouwbaarheid van minstens 90 %, vaak 95 %.

hr
30-9-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#27925 - Steekproeven - Student universiteit