Gegeven is; AB=7, AD=4 DC=5 en A=D=90° Bereken B en C.
Het antwoord moet zijn: B=63° en C=117°Sannea
9-4-2002
Nou, eerst maar weer eens een tekening:
Bij dit soort opgaven is het handig om een geschikte hulplijn te tekenen. Je kunt immers alleen maar iets met sinus en co als je een rechthoekige driehoek hebt. Door het tekenen van CP heb ik dat...
Hoe gaat het verder... eh.. CP=4 en PB=2. Daarmee kan je ÐB berekenen! Toch? En als je ÐB weet, weet je ÐC ook, want die zijn samen 180°, toch?
WvR
10-4-2002
#2554 - Goniometrie - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo