WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 3 mei 2024

Re: Matrices (oef toelatingsex burg)

alvast bedankt voor uw antwoordt
ik kan helemaal volgen.
Allen die laatste stap is nieuw voor mij.
Wanneer is er sprake van hoofd- of nevenonbekenden?
Wanneer mag je deze gelijk stellen aan 0?
Kortom: graag wat meer info over die neven- en hoofdonbekenden.

dank bij voorbaat

bert
22-4-2004

Antwoord

Er zijn nevenonbekenden als er meer onbekenden zijn dan (lin. onafhankelijke) vergelijkingen (= rang van de matrix: hier gelijk aan 2). Het aantal nevenonbekenden is gelijk aan het aantal onbekenden min de rang van de matrix (aantal onafh. vergelijkingen).

Stel n = 4

Er zijn dan 5 onbekenden en slechts 2 vergelijkingen. Het aantal nevenonbekenden (die men vrij mag kiezen) is dan gelijk aan 3.

We herleiden de rijcanonieke matrix terug tot een stelsel:

a4 - a2 - 2a1 - 3a0 = -7
a3 + 2a2 + 3a1 + 4a0 = 8

We kunnen de twee (hoofd)onbekenden a4 en a3 dus schrijven in functie van de andere (neven)onbekenden

a4 = -7 + a2 + 2a1 + 3a0
a3 = 8 - 2a2 - 3a1 - 4a0

Deze nevenonbekenden kunnen we nu ieder afzonderlijke willekeurige waarden geven.

Het gemakkelijkst is ze alle drie nul stellen.
Dan a4 = -7 en a3 = 8
Dus A-4 = -7.A4 + 8.A3

Maar we mogen de drie nevenonbekenden ook andere willekeurige waarden geven. De twee hoofdonbekenden hangen dan natuurlijk af van deze waarden van de nevenonbekenden.

Bijvoorbeeld:
Stel a2 = 1 , a1 = 3 en a0 = -2
Dan a4 = -6 en a3 = 5

Dus A-4 = -6.A4 + 5.A3 + A2 + 3.A - 2.I

In principe kan men gelijke welke 3 onbekenden als nevenonbekenden kiezen en de andere 2 onbekenden zijn dan uiteraard de hoofdonbekenden, maar gezien de vorm van de rijcanonieke matrix ligt het voor de hand a4 en a3 als hoofdonbekenden te nemen, omdat ze eenvoudig in functie van de andere onbekenden kunnen geschreven worden.

LL
23-4-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#23094 - Algebra - 3de graad ASO