WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 4 mei 2024

Integreren van een breuk

dx/(x·x·(a-b+x))
Ik heb dit reeds proberen oplossen via splitsen van de breuk maar dan kom ik 2 vergelijkingen in 3 opnbekenden uit.
Hoe integreer ik dit wel?

Filip Haentjens
27-2-2004

Antwoord

Bij het breuksplitsen maak je eerst een ontbinding van de noemer in factoren.
Je kunt drie gevallen onderscheiden:
  1. Alle factoren zijn eerstegraads en verschillend
  2. Sommige factoren zijn tweedegraads onontbindbaar
  3. Sommige factoren zijn gelijk

In geval 1 kun je de breuk splitsen in
A/factor1 + B/factor2 + ...
In geval 2 kun je de breuk splitsen in
(Ax + B)/tweedegraads + C/factor + ...
In geval 3 (en dat is jouw geval) kun je de breuk splitsen in
A/factor1 + B/factor12 + ... + C/factor2 + ...

Zo kom je toch aan je drie vergelijkingen met drie onbekenden.
succes,

Anneke
27-2-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#20746 - Integreren - Student Hoger Onderwijs België