Ook deze vraag krijg ik bij het onderdeel, determinanten...
moet ik dit oplossen met de formule van afstand tussen 2 punten? en dat 3 keer doen, en dan de stelling van pythagoras ofzo gebruiken?
ik snap wel niet wat die vraag bij determinanten doet...
Wat is de oppervlakte van de driehoek met hoekpunten a(-5,7), b(-1,-1), c(5,6)Manu
6-1-2004
Er zijn inderdaad verschillende manieren om dit aan te pakken, maar het simpelst is gebruik maken van de eigenschap van een 2 bij 2 determinant: de absolute waarde van deze determinant is gelijk aan de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door de kolommen.
Een driehoek is de helft van een parallellogram.
Het enige wat je nog moet doen, is de driehoek verschuiven zodat een van de hoekpunten in de oosprong terechtkomt.
Lukt dat verder?
groet,
Anneke
6-1-2004
#18375 - Lineaire algebra - Student Hoger Onderwijs België