WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zondag 28 april 2024

Rekenregels

Van een voorbeeld begrijp ik niet hoe men tot de oplossing komt:
27(3log2)= ((3log2) is het exponent van 27 maar ik weet even niet hoe ik dat moet intoetsen)

Oplossing:27(3log2)= (33)(3log2)=(3 (3log2))3=23=8

Kunt u mij hiermee op weg helpen?
groeten,

joop
6-11-2003

Antwoord

Eerst en vooral moet je goed de definitie kennen:
blog(x)=y Û x=by
met bÎ+0 en b¹1.

Noem 3log(2)=y Û 3y=2

27^(3log(2))=27y=(33)y=33.y=(3y)3=23=8.

Nu moet je niet elke keer die substitutie effectief gaan doorvoeren. In feite komt het er enkel op neer dat je opmerkt dat ax en alog(x) inverse functies zijn:
d.i. alog(ax)=x en aloga(x)=x

Mvg,

Els
6-11-2003


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#15897 - Logaritmen - Iets anders