WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op dinsdag 7 mei 2024

Lastige limiet

limiet n2·(2log n) + 2·n·Ön / n3

Leon
24-9-2003

Antwoord

Hoi,

Bij navraag blijk je de limiet van f(n)=[n2.2log(n)+2.n.n1/2]/n3-e te moeten bepalen voor 0e1 en n®¥.

We zien dat 0f(n)g(n) met g(n)=[n2.2log(n)+2.n3/2]/n3=2log(n)/n+2/n3/2. Zodat 0lim(f(n))lim(g(n))=lim(2log(n)/n)+2.lim(1/n3/2)=lim(ln(n)/n)/ln(2)+0.
Als we nu nog aantonen dat lim(ln(n)/n)=0, dan zien we dat lim(f(n))=0. Dit doe je door de l'Hôpital toe te passen op lim(ln(x)/x,x®¥)...

Groetjes,
Johan

andros
25-9-2003


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#14578 - Limieten - Leerling bovenbouw havo-vwo