Graag wat hulp bij hetvolgende probleem. In R3 is de afbeelding P de scheve parallelprojectie op de lijn x = l(1,-2,5), waarbij P (3,2,5)=(0,0,0) en P (2,1,0) = (0,0,0). Bereken de matrix van P.
met vr groet
pietpiet
14-9-2003
Dag Piet,
Uit de gegevens kun je afleiden, dat de vectoren (3,2,5) en (2,1,0) worden afgebeeld op (0,0,0), en dat de vector (1,-2,5) op zichzelf wordt afgebeeld.
Daarmee ken je dus van drie onafhankelijke vectoren de beelden.
Zet nu die drie originele vectoren in de kolommen van matrix A, en de beelden in de kolommen van matrix B.
Dan moet dus gelden: P·A = B, ofwel P = B·A-1.
Lukt dat verder?
groet,
Anneke
15-9-2003
#14294 - Lineaire algebra - Student Hoger Onderwijs België