Als een koordenvierhoektwee even lange diagonalen heeft dan is het een gelijkbenig trapezium. Hoe kan ik dat bewijzen?Eva
26-5-2003
We gebruiken de stelling:
Gelijke koorden van een cirkel (hier AC=BD) onderspannen gelijke bogen.
Zodat: bg(ADC) = bg(BCD)
Maar deze hebben bg(CD) gemeenschappelijk, zodat:
bg(AD) = bg(BC), en dus ook (volgens de omgekeerde van de genoemde stelling):
AD = BC
Maar zeker is dan ook C1 = A1 (omtrekshoeken op gelijke bogen)
Dus AB // CD (verwisselende binnenhoeken)
ABCD is dus een gelijkbenig trapezium.
dk
26-5-2003
#11683 - Vlakkemeetkunde - Student Hoger Onderwijs België