In de formule hebben we in het stuk na de richtingscoëffiënt de coördinaten van A ingevuld. Dat moet niet, je had ook de coördinaten van B kunnen gebruiken: \eqalign{f(x)=a(x-x_B)+y_B}
Voorbeeld 2
De lijn k gaat door het punt A(5,-2) en heeft als richtingscoëfficiënt a=-\frac{2}{3}.
y=-\frac{2}{3}(x-5)-2 is een goede vergelijking voor k.
Voorbeeld 3
De lijn gaat door de punten A(-3,-1) en B(-1,3). De richtingscoëfficiënt is gelijk aan:
\eqalign{rc_l=\frac{-1-3}{-3--1}=\frac{-4}{-2}=2}
Neem het punt B als 'steunpunt'. De vergelijking wordt dan:
y=2(x+1)+3
Als je het punt A als 'steunpunt' neemt dan krijg je de vergelijking: