Vraag normale verdeling

Bij de vraag over de normale verdeling in het wiskunde-deel van het toelatingsexamen arts staat 16% als de correcte oplossing, maar ik kan zelf niet tot deze oplossing komen. Ik had 8% aangeduid en ik vind dat eigenlijk nog steeds het correcte antwoord, dus wat zie ik over het hoofd?

De kans dat de eerste persoon een wafel krijgt van minder dan 75g = 16% en de kans dat de tweede persoon een wafel krijgt van minstens 80g = 50% -- $>$ Beide kansen vermenigvuldigen geeft toch 8% als eindoplossing?

3de graad ASO - dinsdag 16 juli 2024

Antwoord

Hallo Nele,

Stuur ons de gehele vraag, alleen dan kunnen we bekijken wat de juiste uitwerking is.

dinsdag 16 juli 2024

©2004-2024 WisFaq