Drie vragen over kansrekenen

Ik heb drie vragen:

1. De kans op drie goede antwoorden bij een vierkeuze toets terwijl je alle 7 vragen gokt.
2. De kans op een gezin met twee dochters en vier zonen.
3. De kans op precies twee zessen bij het gooien met vier dobbelstenen.

Kan iemand uitleggen hoe je deze drie kansen moet berekenen?

Lidewe
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 30 januari 2012

Antwoord

1.
Dat lijkt me een voorbeeld van de binomiale verdeling.
X:aantal goede antwoorden
n=7
p=¹/₄
Gevraagd: P(X=3)

2.
Dat lijkt me een voorbeeld van de binomiale verdeling.
X:aantal dochters
n=6
p=¹/₂
Gevraagd: P(X=2)

3.
Dat lijkt me een voorbeeld van de binomiale verdeling.
X:aantal zessen
n=4
p=¹/₆
Gevraagd: P(X=2)

Dus ik bedoel maar...

maandag 30 januari 2012

©2001-2024 WisFaq